top of page

Ik groeide op op de boerderij van mijn ouders. Eten met de seizoenen uit de moestuin was heel gewoon. De aalbessen in juni waren mijn favoriete snack en ik wist van welke appels uit de boomgaard we de lekkerste appeltaart maakten voor mijn verjaardag in september. Maar ik zag door de jaren heen steeds meer dingen die ik niet snapte, een reis waarin ik ook best heel boos ben geweest op degenen die de wereld in mijn ogen 'kapot' maakten.

Bos.JPG

Op mijn 13e werd ik tijdens een reis naar Indonesië geconfronteerd met de negatieve impact die we als mens kunnen hebben. Tijdens mijn verblijf op Sumatra zag ik het oerwoud branden, de vrachtwagens vol boomstammen voorbijrazen en dus het leefgebied van de Oerang Oetans en ander leven verdwijnen. Wat overbleef waren ellenlange monoculturen vol met palmen voor palmolie. Dit kan toch niet de bedoeling zijn?

Fast forward, ik ging Bedrijfskunde studeren in Groningen. Daar ging het jarenlang vooral over 'resources' en 'risks'. Geen woord over het milieu of mensenrechten, raar toch? Dus ging ik kijken hoe ik met mijn groeiende duurzame ambities aan de slag kon gaan. Tijdens mijn master ben ik naar Zuid-Afrika vertrokken om daar te gaan werken voor de South African Solar Challenge. Een internationale race met zonneauto’s dwars door Zuid-Afrika. Ik analyseerde de impact van de race die, ondanks al haar duurzame intenties, toch behoorlijk vervuilend bleek te zijn. Mijn ogen werden geopend over de impact die wij hebben als mens en mijn zoektocht ging verder. Ik schreef mijn masterscriptie over duurzame bedrijven en ontdekte daardoor des te meer hun kracht. Ze hadden een community om zich heen verzameld van mensen die het belangrijk vinden wat ze doen, waardoor ze samen de wereld een stukje mooier konden maken. Wow!

 

Maar hoe doe ik dat dan zelf, duurzaam leven? Wat nou als ik mezelf duurzaam koop? Vliegreizen compenseer via een greenseat, kleren koop bij duurzame merken en iets meer lokaal voedsel?

 

Maar na steeds meer onderzoek kwam ik er achter dat juist dat kopen een deel is van het probleem. We kopen producten van slechte kwaliteit en/of ze worden zo gemaakt dat ze niet te repareren zijn, en dan belanden ze, met minimale mogelijkheden voor hergebruik of recycling, zo op de afvalberg. Grondstoffen gaan hierbij letterlijk verloren. Dat we dat normaal vinden is toch eigenlijk heel gek?

 

Na het lezen van het boek Drawdown, waarin de 100 beste oplossingen staan beschreven om de aarde te herstellen, kwam ik op 27 gebieden waarvoor ik me kon gaan inzetten. Het was kraakhelder, met deze gebieden wilde ik aan de slag. Een ding sprong er voor mij ineens uit, ons voedselsysteem. De bodem onder onze voeten. Daar was zoveel mogelijk!

Toen ben ik me helemaal gaan toeleggen op het helpen van bedrijven om hen meer duurzaam te laten opereren. En ik ben terug gegaan naar mijn roots, ik ben op een deel van de familieboerderij biologisch gaan boeren. Ik doe kennis op over regeneratieve landbouw om zo nog beter voor de bodem en daarmee voor goed voedsel kan zorgen.

 

We zijn samen verantwoordelijk voor hoe we de wereld achterlaten voor de volgende generaties. Degenen die producten en diensten op de markt zetten, de bedrijven, vormen hierin een hele belangrijke schakel. Ik zag de vele goede voorbeelden van bedrijven die het anders doen, die letterlijk hun bedrijf gebruik als een force for good. Ik bezit bedrijfskundige kennis, heb boerenverstand en heb een kraakhelder doel om deze wereld mooier achter te laten. Doe je met me mee?

bottom of page